Het HPV virus en genetische factoren Van nature kun je meer moeite hebben om de HPV virussen te vernietigen en antilichamen te maken. Waarom is bij veel vrouwen binnen 2 jaar het HPV virus opgeruimd en bij een deel niet? Het lijkt soms onbegrijpelijk dat bij een gezonde leefstijl, niet roken en geen pilgebruik een van de soorten HPV virussen, vaak gaat het om HPV 16, zo hardnekkig aanwezig blijft. Ook bij gevaccineerde vrouwen kunnen we dit probleem tegenkomen. We zullen dan dieper genetisch moeten zoeken naar onderliggende factoren die mogelijk een rol kunnen spelen. Hoe zit het nu met onze “genen”? Ons DNA (erfelijk materiaal) codeert voor een eiwit. Hiervan bestaan variaties bestaan in de bevolking. Het deel van het DNA met de informatie voor een specifiek erfelijke eigenschap wordt een gen genoemd. Het DNA is verdeeld in chromosomen die meestal in paren voorkomen. Dit betekent dat een individu van de meeste genen twee exemplaren (twee allelen) bezit. Elk allel is gelegen op een van de chromosomen van een chromosomenpaar. Het fenotype geeft aan wat de uiteindelijke verschijningsvorm van een bepaald genotype is. Dit kan de functie van een eiwit zijn (bijvoorbeeld het enzym of de receptor), maar ook de verschijningsvorm van een ziekte. Het fenotype (hoe het tot uiting komt) vloeit voort uit het genotype dat men bezit, de mate van expressie van het desbetreffende gen en de combinatie van omgevingsfactoren bijvoorbeeld comedicatie, voeding en ziektetoestanden. Van het DNA dat codeert voor een eiwit bestaan dus allerlei variaties in de bevolking. Deze leiden ertoe dat allelen coderen voor niet of minder actieve eiwitten. De eenvoudigste vorm van variaties zijn de SNP’s, (de single-nucleotide polymorphisms), waarbij een bepaald deel van een gen slechts verschilt in een nucleotide (bouwsteen van het DNA). Als een gen variant bij tenminste 1% van de bevolking voorkomt, spreekt men van een genetisch polymorfisme. Wildtype is de benaming voor het meest voorkomende allel. Voor een bepaald allel kan sprake zijn van verschillende polymorfismen. Resultaten uit een studie in 2019 wijzen op een mogelijke associatie van HPV varianten, die de wisselwerking tussen virus en gastheer beïnvloeden, en baarmoederhalskanker: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30515767 Studies zouden in de toekomst een genetische risicovoorspelling moeten onderzoeken bij het beoordelen van het risico op cervicale neoplasie. Dit om beter de reguliere behandeling op de persoon af te stemmen. Het zou ook meer kunnen zeggen over de prognose van baarmoederhalskanker. https://journals.plos.org/plosgenetics/article?id=10.1371/journal.pgen.1006866 Genetische afwijkingen staan momenteel volop in de belangstelling en er is nog veel waar we onvoldoende van weten. Een aantal zaken wil ik hier benoemen: Methylatieproblemen en cytochroom P450 mutaties (veranderingen in het DNA): de p450 enzymen spelen een belangrijke rol in de ontgiftiging. Het is een grote familie van enzymen afgekort als CYP’s. De CYP1A1 en 1B1 hebben te maken met de verwerking van opgehoopte oestrogenen in je lichaam. Omdat zowel oestrogenen als roken belangrijke factoren zijn bij de ontwikkeling tot baarmoederhalskanker, is de activiteit van deze enzymen belangrijk. Een mutatie van T3801C verhoogt de gevoeligheid tot ontwikkeling baarmoederhalskanker. Je kunt je voorstellen dat als je deze mutatie hebt en rookt en de pil (orale anticonceptie) gebruikt, er dan 3 factoren zijn die je gevoeligheid tot de ontwikkeling van baarmoederhalskanker vergroot. Superoxide dismutase (SOD) is een enzym dat zuurstofradicalen in het lichaam opruimt. Het snel opruimen van radicalen in het lichaam is belangrijk om schade aan het DNA te voorkomen door vrije radicalen. Magaansuperoxide dismutase speelt een rol in bescherming van de cellen tegen oxidatieve stress . Deze mutatie in combinatie met lage hoeveelheden beta-caroteen (vitamine A), lycopeen, zexanthine, luteine en vitamine E, draagt bij aan ontwikkelen CIN. Hier zie je dat het gebruik van sommige supplementen beschermend werkt bij bepaalde genetische veranderingen. Glutathion enzym mutaties: glutathion is een zeer belangrijke antioxidant in ons lichaam, die ons beschermt tegen de schade die toxische stoffen en vrije radicalen aan kunnen brengen en dus “ontgiftigt ”. De mutatie betreft regelmatig het Glutathion S-transferase, die zorgt dan glutathion zijn werk goed kan doen. Deze mutatie kan zorgen dat de glutathion minder goed werkt. Dit in combinatie met roken geeft ook weer een verhoogd risico op CIN veranderingen en mogelijke ontwikkeling tot baarmoederhalskanker. Als je ouder wordt vermindert algemeen de hoeveelheid beschikbaar glutathion in je lichaam. Bij een transferase probleem, wordt de beschikbaarheid van dit belangrijke glutathion antioxidant nog minder. Mutaties in T-lymfocyten: de T-cellen zijn enorm belangrijk binnen ons immuunsysteem bij de HPV infectie. Een studie uit 2014 laat zien dat vooral mutaties in de cytotoxische T-lymfocyten (de “killer cellen”) de gevoeligheid voor baarmoederhalskanker kunnen veranderen door de immuunstatus van een individu te veranderen. https://www.researchgate.net/publication/258347609_Genetic_variations_in_cytotoxic_T-lymphocyte_antigen-4_and_susceptibility_to_cervical_cancer MTHFR mutaties: Dit is een veel voorkomende gen mutatie onder de bevolking. Ca 45% van de mensen heeft mutaties van dit gen! Dit gen, waarvan veel mutaties bekend zijn, maakt dat het MTHFR-enzym minder goed functioneert. Dit heeft als gevolg dat de methylatiecyclus (het proces in de cellen waarbij je genen, enzymen en biochemische stoffen in je lichaam van de methylgroepen worden voorzien die ze nodig hebben om goed te kunnen functioneren) niet goed of minder functioneert. Het MTHFR gen zet de methylatiecyclus in gang. Afhankelijk van je andere genen heb je hier meer of minder last van. In deze cyclus zijn B12 (methylcobolamine) en folaat (actief foliumzuur) van belang. Je MTHFR gen zet het proces in gang door een methylgroep aan folaat te geven. Dit gaat weer een wisselwerking aan met een andere stof, bijvoorbeeld het homocysteine, en geeft de methylgroep aan die stof door. Homocysteine wordt gemethyleerd en geeft het weer door aan methionine. Uiteindelijk wordt SAMe gevormd. Als er te weinig SAMe gemaakt wordt kan je lichaam er veel last van krijgen. Als er een tekort is van methylfolaat en methylcobolamine, wordt de methylatiecyclus niet goed opgestart. Het vitamine B2, de riboflavine (zit in spinazie, amandelen en lever), is essentieel voor de functie van het MTHFR-gen. Ook magnesium is nodig (in donkergroene bladgroenten, noten, zaden, vis, bonen, avocado’s en onbewerkte granen). Bi j het gebruik van medicijnen als protopompremmers, een veganistisch voedingspatroon, de helicobacter maagbacterie, kan er een tekort aan het B12 ontstaan. Het synthetisch foliumzuur is iets anders als het actieve foliumzuur (het folaat), waar we het hier over hebben. Bij een bloedtest wordt kunstmatig foliumzuur (wat voorkomt in supplementen en “verrijkte” voedingsmiddelen met natuurlijk folaat (uit onbewerkte producten en de juiste supplementen op dit gebied) bepaald, dus je weet dan niet om welke vorm het gaat. Heb je mutaties in het MTHFR gen, dan is het belangrijk om geen synthetisch foliumzuur nemen! Er kan namelijk minder actief foliumzuur worden gevormd bij deze mutatie en het synthetische foliumzuur stapelt zich maar op, wat dan juist een negatief effect heeft op je lichaam en je immuunsysteem juist kan verzwakken! Gestapeld synthetisch foliumzuur kan receptoren in de bloed-hersen barrière verstoren, waardoor het actieve foliumzuur, niet in de hersenen kan komen. Alleen het actieve folaat kan dat. https://www.drbenlynch.com/folic-acid-side-effects/ Synthetisch foliumzuur uit bv multivitaminen preparaten kunnen dus heel schadelijk zijn. Zorg er altijd voor dat je actief folaat neemt! Uit onderzoeken blijkt dat een MTHFR-gen defect een verhoogd risico geeft op het ontstaan van baarmoederhalskanker. Er zijn zeer veel DNA mutaties mogelijk. Je kunt een persoonlijke DNA analyse laten maken via genecoach.nl waarin je kunt zien waar je zwakke plekken zich bevinden en hoe deze te beïnvloeden. Zo kun je inzicht krijgen naast de mutaties, waar jij een verhoogde behoefte aan hebt, zoals bepaalde vitamines als vitamine D, B12, B6, B2 en E. Ik ben niet zo’n voorstander om zomaar allerlei (multi)vitamines te gebruiken, maar juist meer gericht de tekorten aan te vullen, zodat jouw systeem beter gaat functioneren. Ook kijk ik naar welke vorm van vitamine belangrijk is, zoals bijvoorbeeld de vormen van B12 en foliumzuur. Hoe kunnen we onze eigen weerstand tegen het HPV virus verbeteren? Er zijn twee supplementen die ik vaak inzet en hier nog extra wil benoemen namelijk: AHCC (Active en Hexose Correlated Compund). Het heeft een verbluffende werkzaamheid tegen het HPV virus. Het actieve hexose in de AHCC verhoogt de T-lymfocyten. Stimuleert de aanmaak en de activiteit van de dendritische cellen. De productie van cytokines neemt toe. In Azië wordt er uitgebreid al lang mee gewerkt. https://www.orthokennis.nl/artikelen/ahcc Bij de weerstand combineren we homeopathische middelen met orthomoleculaire middelen. 2LPAPI, de micro immunotherapie. (info via ons te verkrijgen) Zie verder de uitgebreide informatie onder “Immuunsysteem” voor de suppletie mogelijkheden. Ga niet zelf aan de slag om van alles te nemen, doe het gericht met behulp van ons of een orthomoleculair/ homeopathisch therapeut. Want zoals de genetische mutaties al laten zien, elk lichaam is anders, reageert anders en heeft een eigen ondersteuning nodig. Ook wil ik benadrukken, laat bij de aanwezigheid van het HPV virus elk half jaar het uitstrijkje controleren!